component
|
beschrijving
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
betekenis
|
Geef
aan op welke manier je de inhoud van de opdracht hebt verwerkt? Vertel
daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij het onderwerp.
Van
slaoliestijl had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord. Maar de manier van
werken sprak me wel erg aan. Mooie, sierlijke en herhaaldelijke patronen.
Voor deze opdracht moesten we een reclame poster maken, om een product of
evenement aan te prijzen. Bij reclame denk ik aan iets wat opvalt en
origineel is. Daarom heb “mezelf” aangeprezen door te spelen met woorden.
|
|||||
vorm
|
Leg
aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar
in het werk is dat goed te zien? (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Ik heb de
Jugenstil/slaoliestijl in mijn poster toegepast door de ananasbladeren te
laten terug komen over de hele poster. Ook heb ik geprobeerd te werken met
kleuren die elkaar versterken. Dus die tegenover elkaar staan in de
kleurencirkel. Een paarse ananas maken vond ik wat ver gaan. Dus heb ik de
achtergrond aars gekleurd, wat zowel het grond als het geel versterkt.
|
|||||
materie
|
Met
welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van het gebruik van dat materiaal?
Had je een nog andere materialen of gereedschappen willen gebruiken en zo ja
waarom?
1. Stevig papier 2. Potlood 3. Pastelkrijt
Het
materiaal vond ik erg prettig werken voor deze opdracht. Door er met water
over heen te gaan krijg je een soort ecoline effect. Wat echt een beetje olie
achtig maakt. Dat past weer bij de slaoliestijl.
|
|||||
beschouwing
|
Welke
beelden heb je gebruikt om je te laten inspireren over het onderwerp? Welke
beelden hebben je goede informatie gegeven over de beeldaspecten? Welke
voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het werken met het materiaal en
de techniek? Geef aan waar je dat in het werk duidelijk terugziet (eventueel
detailfoto’s toevoegen).
Het idee
om een ananas te tekenen kwam echt van mijzelf. Om de jugendstil er in te
verwerken, vond ik zelf lastig. Toen ik op deze voorbeeld poster die
herhaaldelijke lijnen zag, kwam ik met het idee de ananas bladeren over de
gehele poster te herhalen.
|
|||||
werkwijze
|
Had
je al eens eerder met dit materiaal en deze techniek gewerkt? Wat heb je
daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig?
Ik heb weleens eerder met krijt gewerkt, maar dat is toch heel anders. Juist door met water te mengen, wat een olie effect gaf. Dat vond ik echt heel erg leuk. |
|||||
onderzoek
|
Stap 2: Daarna ben ik begonnen met het in kleuren van de grote vakken. Eerst met krijt en vervolgens met water eroverheen. Bij het gele van de ananas zelf heb ik dat wat dikker gedaan zodat het lekker op zou vallen. De bladeren heb ik wat lichter gekleurd. Deze herhalen zich over het hele blad en anders zou de poster te donker worden.
De kleuren heb ik tussen door op een schetsblaadje getest. Ook om te zien wat het effect van water zou doen.
Stap 3: Toen de ananas af was heb ik de achter grond paars gekleurd. Om de groende bladeren wat op te helderen.
En dit is dus het eindresultaat. |
|||||
eindoordeel:
|
||||||
Wat vind
je geslaagd? Leg uit.
|
Ik vind
mijn tekening mooi en het idee erg origineel. Ik ben blij dat ik met het idee
kwam de bladeren over de hele pagina te doen, zodat de Jugendstil stijl er
wel echt in terug komt.
|
|||||
Wat kon
beter? Waarom?
|
De kleur
versterking had iets beter gekund. Omdat de paarse stukjes nu maar heel klein
zijn en niet geheel het versterkende effect geven.
|
zondag 6 november 2016
Beeldend opdracht 3: Jan en de Jugenstil poster.
Beeldend opdracht 2: Ansichtkaart Loch Ness
Leerdoelen
|
Betekenis
Waarschijnlijk hebben de meeste kinderen al van het monster van Loch Ness gehoord. Ik vertel nog een inleidend verhaal, voor wie er niet bekend mee is. De kinderen leren wat een monster kenmerkt en hoe zij dit zelf kunnen toepassen.
Vorm
De kinderen leren verschillende vormen van monsters en wat je met de achtergrond/omgeving kunt doen. Hierbij gebruiken de kinderen vorm, textuur en compositie als beeldaspecten. Materiaal/techniek De kinderen leren werken met Oost-Indische inkt, ecoline en een kroontjespen. Ook leren zij dierlijke patronen, zoals schubben, te creëren. Beschouwing Eerst bekijken de kinderen verschillende afbeeldingen van landschappen en monsters om een idee te krijgen wat voor monster ze willen tekenen en wat voor sfeer ze het plaatje willen geven. Hierbij leren ze wat karakteristieke eigenschappen van een monster zijn. Werkwijze De kinderen leren dat er eerst geschetst moet worden voordat de kroontjespennen gebruikt gaan worden. Op een kladblaadje leren de kinderen verschillende texturen tekenen waarmee ze hun monster mee kunnen opvullen. Ook proberen ze op dit blaadje de ecoline uit, zodat ze weten hoe ecoline er op papier uit ziet. Onderzoek Naar aanleiding van de afbeeldingen van monsters die de kinderen al hebben gezien, moeten zij kunnen vertellen wat een monster eng maakt. Deze kenmerken passen ze zelf ook toe op hun eigen monster. |
Beginsituatie
|
De kinderen weten wat een
monster is, namelijk iets engs.
Vandaag leren ze dat toepassen. Werken met Oost-Indische inkt en een
kroontjes pen is nieuw, maar met ecoline zijn ze al wel bekend.
|
Lesdoel
|
Na deze lesactiviteit kunnen de
kinderen (zin afmaken), een eng monster maken. Door technieken met OI inkt en
ecoline toe te passen.
|
Lesopbouw
|
||
Oriëntatie
|
Ik begin met te vertellen over
het monster van Loch Ness. Het moet uit het verhaal duidelijk zijn dat
monsters echt eng en spannend is. Op die manier verwacht ik dat de kinderen
extra geboeid zullen zijn. Ik vraag
hoe de klas denkt dat het monster eruit zou zien. Vervolgens laat ik plaatjes
van monsters zien. Wat valt er op? Waarom is dit monster zo eng? Wat zijn de
kenmerken van een monster? De benoemde
kenmerken noteer ik op het bord.
Deze inleiding zal ongeveer 10 tot 15 minuutjes duren. |
|
Uitleg / Instructie
|
Ik vertel de
kinderen dat zij zelf het monster van Loch Ness gaan maken, in de vorm van
een ansichtkaart. Waarschijnlijk wordt er gevraagd hoe het monster van Loch
Ness er dan uit ziet. K maak duidelijk dat de kinderen dit zelf mogen
verzinnen. We kijken naar de kenmerken van een monster die op het bord staan
genoteerd. Deze moeten de leerlingen in hun opdracht zichtbaar maken.
Vervolgens leg ik uit hoe we te werk gaan:
De leerlingen gaan eerst het monster schetsen op een blaadje voordat zij met de OI inkt aan de slag gaan. Ik teken wat dierlijke patronen voor op het bord en maak duidelijk dat zij dat zelfde effect op de kaart moeten maken met de OI inkt.
Pas als ze
helemaal klaar zijn mogen ze met de ecoline aan het werk.
Van elk groepje
mag iemand naar voren komen om de materialen te halen.
De kinderen die klaar steken hun hand op en daarbij breng ik zelf de ecoline.
Als de kinderen
zelfstandig aan het werk zijn mag er gepraat worden met normale praat stem.
Ik zal rond open voor vragen en helpen waar nodig.
Er is ongeveer 45
minuten de tijd voor de opdracht, tussen door zal ik aangeven hoe lang ze nog
hebben.
|
Luisteren en
kijken naar het bord.
Denken actief mee
over kenmerken van een monster.
Luisteren naar de
uitleg.
Pakken de
materialen.
Gaan zelfstandig
aan het werk.
|
Afsluiting
|
Als het tijd is vraag ik een
ander persoon uit het groepje de spullen weer naar voren te brengen en haal
ik zelf de tekeningen op. Als alle tafels netjes zijn, bespreken we de les
even na. Wat leuk of juist niet? En wat denken de kinderen te hebben geleerd?
|
Beeldend opdracht 1: Stadspark in herfstsferen.
component
|
beschrijving
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
|||||
betekenis
|
Geef
aan op welke manier je de inhoud van de opdracht hebt verwerkt? Vertel
daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij het onderwerp.
Bij het
woord “herfst” denk ik aan kleurrijke bossen. Paden vol met droge krakende
bladeren in die typische herfstkleuren: rood, oranje en geel. Als
voorbereiding op deze opdracht, heb ik plaatjes van stadsparken in
herfstsferen opgezocht. Degene de ik het mooist vond heb ik na geschetst en
vervolgens geschilderd.
|
||||||||||
vorm
|
Leg
aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar
in het werk is dat goed te zien? (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Kleur: In
mijn schilderij is natuurlijke lichtinval te zien. Ik heb deze erin verwerkt,
door de achterste bladeren wat lichter te kleuren dan de rest. In dit geval
dus geel. Ook heb ik gebruik gemaakt van contouren en schaduwen om de grote
van de bomen te benadrukken en het bladerdak dat het pad licht zou
verduisteren.
Ruimte en compositie: Mijn horizon is net onder het midden geplaatst. De diepte heb ik gecreëerd door het pad naar de horizon te versmallen. De opvallende hoge bomen heb ik ook verwerkt in mijn schilderij. |
||||||||||
materie
|
Met
welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van het gebruik van dat materiaal?
Had je een nog andere materialen of gereedschappen willen gebruiken en zo ja
waarom?
Voor deze
opdracht heb ik gebruik gemaakt van de volgende materialen:
1. Plakkaatverf 2. Potlood
3. Stevig
papier
4. Liniaal
5. Water6. Lyonse kwast Ik vond het prettig om met plakkaat verf te werken. En juist door het met water te mengen vond ik een erg mooi effect geven aan de sfeer in het schilderij. Het had mij persoonlijk leuk geleken om er een soort 3D schilderij van te maken en te werken met echte materialen. Door bijvoorbeeld echt verkruimelde herfstbladeren als pad te gebruiken. |
||||||||||
beschouwing
|
Welke
beelden heb je gebruikt om je te laten inspireren over het onderwerp? Welke
beelden hebben je goede informatie gegeven over de beeldaspecten? Welke
voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het werken met het materiaal en
de techniek? Geef aan waar je dat in het werk duidelijk terugziet (eventueel
detailfoto’s toevoegen).
Ik heb de
volgende afbeelding als voorbeeld gebruikt:
Met herfst
wandel door het bos, en het liefst over zulke mooie paden. Daarom vond ik
deze afbeelding zeer geschikt voor deze opdracht.
Vooral opvallend vond ik de
licht inval en de mooie kleurverschillen. Zowel op het pad als in de bomen.
Dit heb ik dan dus ook zo goed mogelijk geprobeerd na te maken.
|
||||||||||
werkwijze
|
Had
je al eens eerder met dit materiaal en deze techniek gewerkt? Wat heb je
daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig?
Ik heb wel
eens eerder met plakkaatverf gewerkt. Maar nooit op deze wijze. Het verdunnen
met water vond ik een erg leuke manier. Ook vond ik het leuk om te leren hoe
je diepte kunt creëren en om met zulke
warme kleuren te werken.
|
||||||||||
onderzoek
|
Beschrijf
en laat met beelden zien welke stappen je in het werkproces hebt gezet. Welke
keuzes heb je gemaakt en waarom? Hoe heb je de andere 5 componenten in dit
proces meegenomen?
Stap 1: Ik
ben begonnen met de horizon net onder het midden te plaatsten. Daarna ben ik
in grote, grove lijnen de bomen en het pad gaan schetsen.
Stap 2: Ik
ben daarna begonnen met de contouren en schaduwen van de bomen. Dit zijn
donkere kleuren en bevatten weinig details, dus het leek mij het slimst om
hiermee te beginnen.
Stap 3:
Vervolgens ben ik de grote vlakken (het groene gras) en de donkere details
(oranje bladeren op het pad) gaan zetten.
Stap 4:
Daarna een ander groot vlak, namelijk; de lichte bladeren door natuurlijke
lichtinval.
De laatste
witte plekjes zijn opgevuld met gekleurde bladeren; bruin, oranje, groen en
donkerder geel.
|
||||||||||
eindoordeel:
|
|||||||||||
Wat vind
je geslaagd? Leg uit.
|
Ik ben
zeer te vrede met het eindresultaat. Naar mijn mening is het doel van de
opdracht behaald en is het een duidelijk stadspark in herfstsferen.
|
||||||||||
Wat kon
beter? Waarom?
|
Voor het
mooie, had ik nog net iets meer water kunnen gebruiken. Zodat het er wat
natuurlijker uit zou kunnen zien.
|
Abonneren op:
Posts (Atom)