zondag 6 november 2016

Beeldend opdracht 3: Jan en de Jugenstil poster.




component
beschrijving
1
2
3
4
5
betekenis
Geef aan op welke manier je de inhoud van de opdracht hebt verwerkt? Vertel daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij het onderwerp.
Van slaoliestijl had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord. Maar de manier van werken sprak me wel erg aan. Mooie, sierlijke en herhaaldelijke patronen. Voor deze opdracht moesten we een reclame poster maken, om een product of evenement aan te prijzen. Bij reclame denk ik aan iets wat opvalt en origineel is. Daarom heb “mezelf” aangeprezen door te spelen met woorden.













vorm
Leg aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar in het werk is dat goed te zien? (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Ik heb de Jugenstil/slaoliestijl in mijn poster toegepast door de ananasbladeren te laten terug komen over de hele poster. Ook heb ik geprobeerd te werken met kleuren die elkaar versterken. Dus die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel. Een paarse ananas maken vond ik wat ver gaan. Dus heb ik de achtergrond aars gekleurd, wat zowel het grond als het geel  versterkt.





materie
Met welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van het gebruik van dat materiaal? Had je een nog andere materialen of gereedschappen willen gebruiken en zo ja waarom?
1. Stevig papier
2. Potlood
3. Pastelkrijt
4. Water
5. Kwast

Het materiaal vond ik erg prettig werken voor deze opdracht. Door er met water over heen te gaan krijg je een soort ecoline effect. Wat echt een beetje olie achtig maakt. Dat past weer bij de slaoliestijl.





beschouwing
Welke beelden heb je gebruikt om je te laten inspireren over het onderwerp? Welke beelden hebben je goede informatie gegeven over de beeldaspecten? Welke voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het werken met het materiaal en de techniek? Geef aan waar je dat in het werk duidelijk terugziet (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Het idee om een ananas te tekenen kwam echt van mijzelf. Om de jugendstil er in te verwerken, vond ik zelf lastig. Toen ik op deze voorbeeld poster die herhaaldelijke lijnen zag, kwam ik met het idee de ananas bladeren over de gehele poster te herhalen.








werkwijze
Had je al eens eerder met dit materiaal en deze techniek gewerkt? Wat heb je daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig?
Ik heb weleens eerder met krijt gewerkt, maar dat is toch heel anders. Juist door met water te mengen, wat een olie effect gaf. Dat vond ik echt heel erg leuk.







onderzoek

 Stap 1: Ik ben begonnen met schetsen. Eerst heel grof en later wat fijner.




Stap 2: Daarna ben ik begonnen met het in kleuren van de grote vakken. Eerst met krijt en vervolgens met water eroverheen.
Bij het gele van de ananas zelf heb ik dat wat dikker gedaan zodat het lekker op zou vallen. De bladeren heb ik wat lichter gekleurd. Deze herhalen zich over het hele blad en anders zou de poster te donker worden.



De kleuren heb ik tussen door op een schetsblaadje getest. Ook om te zien wat het effect van water zou doen.











Stap 3: Toen de ananas af was heb ik de achter grond paars gekleurd. Om de groende bladeren wat op te helderen.


                   En dit is dus het eindresultaat.











eindoordeel:

Wat vind je geslaagd? Leg uit.


Ik vind mijn tekening mooi en het idee erg origineel. Ik ben blij dat ik met het idee kwam de bladeren over de hele pagina te doen, zodat de Jugendstil stijl er wel echt in terug komt.


Wat kon beter? Waarom?

De kleur versterking had iets beter gekund. Omdat de paarse stukjes nu maar heel klein zijn en niet geheel het versterkende effect geven.



Beeldend opdracht 2: Ansichtkaart Loch Ness

Leerdoelen
Betekenis
Waarschijnlijk hebben de meeste kinderen al van het monster van Loch Ness gehoord. Ik vertel nog een inleidend verhaal, voor wie er niet bekend mee is. De kinderen leren wat een monster kenmerkt en hoe zij dit zelf kunnen toepassen.

Vorm
De kinderen leren verschillende vormen van monsters en wat je met de achtergrond/omgeving kunt doen. Hierbij gebruiken de kinderen vorm, textuur en compositie als beeldaspecten.

Materiaal/techniek
De kinderen leren werken met Oost-Indische inkt, ecoline en een kroontjespen. Ook leren zij dierlijke patronen, zoals schubben, te creëren.

Beschouwing
Eerst bekijken de kinderen verschillende afbeeldingen van landschappen en monsters om een idee te krijgen wat voor monster ze willen tekenen en wat voor sfeer ze het plaatje willen geven. Hierbij leren ze wat karakteristieke eigenschappen van een monster zijn.

Werkwijze
De kinderen leren dat er eerst geschetst moet worden voordat de kroontjespennen gebruikt gaan worden. Op een kladblaadje leren de kinderen verschillende texturen tekenen waarmee ze hun monster mee kunnen opvullen. Ook proberen ze op dit blaadje de ecoline uit, zodat ze weten hoe ecoline er op papier uit ziet.

Onderzoek
Naar aanleiding van de afbeeldingen van monsters die de kinderen al hebben gezien, moeten zij kunnen vertellen wat een monster eng maakt. Deze kenmerken passen ze zelf ook toe op hun eigen monster.
Beginsituatie
De kinderen weten wat een monster is, namelijk iets engs.  Vandaag leren ze dat toepassen. Werken met Oost-Indische inkt en een kroontjes pen is nieuw, maar met ecoline zijn ze al wel bekend.
Lesdoel
Na deze lesactiviteit kunnen de kinderen (zin afmaken), een eng monster maken. Door technieken met OI inkt en ecoline toe te passen.


Lesopbouw
Oriëntatie



Ik begin met te vertellen over het monster van Loch Ness. Het moet uit het verhaal duidelijk zijn dat monsters echt eng en spannend is. Op die manier verwacht ik dat de kinderen extra geboeid zullen zijn.  Ik vraag hoe de klas denkt dat het monster eruit zou zien. Vervolgens laat ik plaatjes van monsters zien. Wat valt er op? Waarom is dit monster zo eng? Wat zijn de kenmerken van een monster?  De benoemde kenmerken noteer ik op het bord.
Deze inleiding zal ongeveer 10 tot 15 minuutjes duren.
Uitleg / Instructie







Ik vertel de kinderen dat zij zelf het monster van Loch Ness gaan maken, in de vorm van een ansichtkaart. Waarschijnlijk wordt er gevraagd hoe het monster van Loch Ness er dan uit ziet. K maak duidelijk dat de kinderen dit zelf mogen verzinnen. We kijken naar de kenmerken van een monster die op het bord staan genoteerd. Deze moeten de leerlingen in hun opdracht zichtbaar maken. Vervolgens leg ik uit hoe we te werk gaan:

De leerlingen gaan eerst het monster schetsen op een blaadje voordat zij met de OI inkt aan de slag gaan. Ik teken wat dierlijke patronen voor op het bord en maak duidelijk dat zij dat zelfde effect op de kaart moeten maken met de OI inkt.

Pas als ze helemaal klaar zijn mogen ze met de ecoline aan het werk.
Van elk groepje mag iemand naar voren komen om de materialen te halen.
De kinderen die klaar steken hun hand op en daarbij breng ik zelf de ecoline.

Als de kinderen zelfstandig aan het werk zijn mag er gepraat worden met normale praat stem. Ik zal rond open voor vragen en helpen waar nodig.
Er is ongeveer 45 minuten de tijd voor de opdracht, tussen door zal ik aangeven hoe lang ze nog hebben.

Luisteren en kijken naar het bord.
Denken actief mee over kenmerken van een monster.

Luisteren naar de uitleg.


Pakken de materialen.
Gaan zelfstandig aan het werk.
Afsluiting


Als het tijd is vraag ik een ander persoon uit het groepje de spullen weer naar voren te brengen en haal ik zelf de tekeningen op. Als alle tafels netjes zijn, bespreken we de les even na. Wat leuk of juist niet? En wat denken de kinderen te hebben geleerd?


Beeldend opdracht 1: Stadspark in herfstsferen.


component
beschrijving
1
2
3
4
5
betekenis
Geef aan op welke manier je de inhoud van de opdracht hebt verwerkt? Vertel daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij het onderwerp.

Bij het woord “herfst” denk ik aan kleurrijke bossen. Paden vol met droge krakende bladeren in die typische herfstkleuren: rood, oranje en geel. Als voorbereiding op deze opdracht, heb ik plaatjes van stadsparken in herfstsferen opgezocht. Degene de ik het mooist vond heb ik na geschetst en vervolgens geschilderd.







vorm
Leg aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar in het werk is dat goed te zien? (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Kleur: In mijn schilderij is natuurlijke lichtinval te zien. Ik heb deze erin verwerkt, door de achterste bladeren wat lichter te kleuren dan de rest. In dit geval dus geel. Ook heb ik gebruik gemaakt van contouren en schaduwen om de grote van de bomen te benadrukken en het bladerdak dat het pad licht zou verduisteren.
Ruimte en compositie: Mijn horizon is net onder het midden geplaatst. De diepte heb ik gecreëerd door het pad naar de horizon te versmallen. De opvallende hoge bomen heb ik ook verwerkt in mijn schilderij.





materie
Met welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van het gebruik van dat materiaal? Had je een nog andere materialen of gereedschappen willen gebruiken en zo ja waarom?
Voor deze opdracht heb ik gebruik gemaakt van de volgende materialen:
1. Plakkaatverf
2. Potlood
3. Stevig papier
4. Liniaal
5. Water
6. Lyonse kwast





Ik vond het prettig om met plakkaat verf te werken. En juist door het met water te mengen vond ik een erg mooi effect geven aan de sfeer in het schilderij. Het had mij persoonlijk leuk geleken om er een soort 3D schilderij van te maken en te werken met echte materialen. Door bijvoorbeeld echt verkruimelde herfstbladeren als pad te gebruiken.






beschouwing
Welke beelden heb je gebruikt om je te laten inspireren over het onderwerp? Welke beelden hebben je goede informatie gegeven over de beeldaspecten? Welke voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het werken met het materiaal en de techniek? Geef aan waar je dat in het werk duidelijk terugziet (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Ik heb de volgende afbeelding als voorbeeld gebruikt:

Met herfst wandel door het bos, en het liefst over zulke mooie paden. Daarom vond ik deze afbeelding zeer geschikt voor deze opdracht.
Vooral opvallend vond ik de licht inval en de mooie kleurverschillen. Zowel op het pad als in de bomen. Dit heb ik dan dus ook zo goed mogelijk geprobeerd na te maken.






werkwijze
Had je al eens eerder met dit materiaal en deze techniek gewerkt? Wat heb je daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig?
Ik heb wel eens eerder met plakkaatverf gewerkt. Maar nooit op deze wijze. Het verdunnen met water vond ik een erg leuke manier. Ook vond ik het leuk om te leren hoe je diepte kunt creëren  en om met zulke warme kleuren te werken.








onderzoek
Beschrijf en laat met beelden zien welke stappen je in het werkproces hebt gezet. Welke keuzes heb je gemaakt en waarom? Hoe heb je de andere 5 componenten in dit proces meegenomen?




 






















Stap 1: Ik ben begonnen met de horizon net onder het midden te plaatsten. Daarna ben ik in grote, grove lijnen de bomen en het pad gaan schetsen.
Stap 2: Ik ben daarna begonnen met de contouren en schaduwen van de bomen. Dit zijn donkere kleuren en bevatten weinig details, dus het leek mij het slimst om hiermee te beginnen.
 



















 



















Stap 3: Vervolgens ben ik de grote vlakken (het groene gras) en de donkere details (oranje bladeren op het pad) gaan zetten.



















Stap 4: Daarna een ander groot vlak, namelijk; de lichte bladeren door natuurlijke lichtinval.
De laatste witte plekjes zijn opgevuld met gekleurde bladeren; bruin, oranje, groen en donkerder geel.

 
En dit is dan het eindresultaat.

 











































eindoordeel:

Wat vind je geslaagd? Leg uit.


Ik ben zeer te vrede met het eindresultaat. Naar mijn mening is het doel van de opdracht behaald en is het een duidelijk stadspark in herfstsferen.


Wat kon beter? Waarom?

Voor het mooie, had ik nog net iets meer water kunnen gebruiken. Zodat het er wat natuurlijker uit zou kunnen zien.